Der bethlehemitische Kindermord, nach Peter Paul Rubens : TUNC HERODES MITTENS OCCIDIT OMNES PUEROS, QUI ERANT IN BETHLEHEM. & c. // Herodes liet, zo haast hÿ van de wÿzen hoorde / Dat 'd Opper-koning, jn zÿn Ryk, geboren was, / 'd Onnooste kinderkens in Bethlehem vermoorde, / Hoe wel hÿ met dat bloed, zÿn wonde niet genas // Het Eeuwigleeven kon de moord-pook wel ontvluchte / Alwierd het Hailig-lam, daar na, aan 'tkruis geslagt / At my! jk hoor hier niets dan karremen en zuchte. / Wat volgt' er alverdriets na 'd aller blÿdste nacht // De droeve Rachel zoekt er Zoontjens te bewaren: / Maar, laas! het Vinnigvolck valt haar al veel te klock / Heur Zuüge lingen zÿn hier 'd eerste martelaren / Van Kristi kerck, die staag bestormd word va de Vloek. // De kragt de Vree-Vorst moest op zulck eewÿs beginne / In lÿden Is dien Held ons moedig voor gegaan. / Des moeten wÿ dan ook, door lÿden, overwinnen, / En, als een Stalemuur, voor onze Vrÿdom staan.

Universitätsbibliothek Erlangen-Nürnberg